Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Benzinestation, saneringsvariant 3: bodemluchtextractie met persluchtinjectie

In deze figuur is de variant 3 ‘bodemluchtextractie met persluchtinjectie’ weergegeven.

In situ persluchtinjectie (sparging) is een techniek waarbij onder druk lucht wordt geïnjecteerd onder de grondwaterspiegel. Door luchtinjectie kan de afbraak gestimuleerd worden (biosparging). Vluchtige stoffen kunnen van de waterfase naar de geïnjecteerde lucht overgaan doordat het verontreinigde water in contact komt met niet-verontreinigde lucht. Vaak wordt de verontreinigde lucht met een bodemluchtextractiesysteem afgevangen.

In het selectieschema in situ technieken is aangegeven wanneer bodemluchtextractie met persluchtinjectie toepasbaar is. Zie bodemluchtextractie en persluchtinjectie.

Aanvullende maatregelen en/of technieken bij bodemluchtextractie

Hot spot verwijdering

Bij hot spot verwijdering wordt de bron van de verontreiniging, indien deze goed bereikbaar is, door ontgraving verwijderd. Op deze wijze kan snel een grote vracht aan stoffen worden verwijderd. Hot spot verwijdering bij slecht bereikbare locaties is mogelijk door chemische oxidatie (link naar B12).

Drijflaagverwijdering

Wanneer er een drijflaag aanwezig is, dan kan deze waarschijnlijk niet of niet binnen afzienbare tijd worden verwijderd door bodemluchtextractie of persluchtinjectie. De drijflaag kan separaat worden verwijderd. Beschikbare technieken worden beschreven in drijflaagverwijdering.

Verwarmen bijvoorbeeld door elektroreclamatie of stoominjectie

Door verwarmen (tot zo’n 30-35 °C) wordt de oplosbaarheid van de verontreinigende stoffen vergroot. Daarnaast leidt verwarmen tot een vergroting van de biologische activiteit. Voor het verwarmen kan gebruik gemaakt worden van elektroreclamatie of stoominjectie.

Bij elektroreclamatie wordt de bodem door een wisselspanningsveld opgewarmd. Hierbij kunnen temperaturen worden bereikt tot 70 à 90 °C. De techniek kan ter ondersteuning van de drijflaagverwijdering, bodemluchtextractie, persluchtinjectie en natte biorestauratie worden ingezet.

Stoominjectie kan worden ingezet om de bodem te verwarmen of om de verontreinigende stoffen via stoomstrippen te verwijderen. Aanvankelijk zal de geïnjecteerde stoom in de bodem infiltreren, waardoor de bodem wordt opgewarmd en de stoom als water neerslaat. Wanneer de bodem opgewarmd is tot 100 °C verdampt het water, waardoor er een stoomtransport door de bodem van injectiepunt naar de onttrekkingfilters optreedt. Verwijdering vindt dan vooral plaats via de gasfase (het stoomstrippen).

Zowel elektroreclamatie als stoomstrippen kost veel energie en is de laatste jaren in zeer beperkte mate in de praktijk toegepast. Als additionele techniek gericht op het verwijderen van moeilijk verwijderbaar puur product in een relatief klein brongebied, staan ze op dit moment weer in de belangstelling.

Daarnaast is een combinatie met in situ biorestauratie mogelijk. In situ biorestauratie is beschreven bij variant 4.

Wanneer is de variant realistisch?

Het toepassen van bodemluchtextractie met persluchtinjectie is realistisch indien:

  • een grondwaterstandverlaging niet mogelijk is;
  • de bodem redelijk goed doorlatend is;
  • de stoffen biologisch afbreekbaar zijn, of door vervluchtiging te verwijderen zijn; aromaten en benzineverontreinigingen zijn op deze wijze goed te verwijderen;
  • er voldoende tijd is.

Bodemluchtextractie met persluchtinjectie is niet (direct) voor de hand liggend indien:

  • het een verontreiniging betreft met een relatief beperkte diepte, en graven mogelijk is; of als ten gevolge van renovatie (samenloop) al graafwerkzaamheden plaatsvinden; wanneer er geen additionele kosten zijn door bebouwing, bestrating, enzovoort, is graven in een aantal gevallen goedkoper en zekerder;
  • het niet-vluchtige en niet-afbreekbare producten betreft; deze kunnen niet worden verwijderd met bodemluchtextractie of persluchtinjectie.